Pioneers in Neuroscience

Biogen heeft een duidelijke missie: grenzen verleggen binnen de neurologie. We zien onszelf dan ook als “pioneers in neuroscience.” We leggen hier graag uit waarom we ons op neurologie richten en wat we verstaan onder ‘pionieren’.

Neurologie

Biogen heeft zich gespecialiseerd in neurologie: ziektes die hersenen, ruggenmerg, zenuwen en spieren treffen. Wij geloven dat er geen ziektegebied bestaat met zo’n grote behoefte aan nieuwe medicijnen én zoveel potentie voor verbeteringen.

De impact van neurologische ziektes komt duidelijk naar voren in een artikel van The Lancet Neurology. Niet alleen zijn deze ziektes wereldwijd de belangrijkste oorzaak van invaliditeit, ook veroorzaken ze na cardiovasculaire aandoeningen de meeste sterfgevallen.

Geneesmiddelenontwikkeling binnen neurologie is complex, zoals wordt uitgelegd in dit artikel in Neuron. Jarenlang werd minder vooruitgang geboekt dan bij veel andere ziektebeelden. Maar Biogen gelooft dat we op een kantelpunt staan, zoals we al eens betoogden in Innovations in Clinical Neuroscience.

De kennis over neurologische ziektes en de (genetische) oorzaken ervan is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Nieuwe toedieningsvormen zorgen er bovendien voor dat medicijnen het centrale zenuwstelsel beter kunnen bereiken, terwijl we dankzij nieuwe scantechnieken en biomarkers zowel de ziekteactiviteit als de impact van medicijn beter kunnen meten.

Wanneer we deze kennis vertalen in nieuwe medicijnen, kunnen we de komende jaren grote stappen zetten. Wat dat betreft geloven we dat neurologie zich nu op een punt bevindt waar oncologie zich twintig jaar geleden bevond.

Biogen gelooft bovendien dat er grote samenhang bestaat tussen neurologische ziekteprocessen. Onze specialisatie in neurologie stelt ons in staat die samenhang in kaart te brengen én te benutten: succes bij één ziekte kunnen we dan hopelijk ook vertalen naar andere ziektes.

Pioniers

We zien onszelf als pioniers binnen neurologie. Daarbij hebben we een duidelijk motto: “working fearlessly.” Als we medicijnen willen ontwikkelen voor ziektes die nu nog niet of nauwelijks behandelbaar zijn, dan zullen we dingen moeten doen die nog niet eerder gedaan zijn.

Dat vraagt om een bereidheid om weloverwogen risico’s te nemen. Maar dat doen we niet blindelings: we volgen de wetenschap. Dat doen we al sinds we in 1978 werden opgericht door vijf wetenschappers, waarvan twee later een Nobelprijs wonnen. Ook vandaag de dag werken er veel vooraanstaande neurologen bij Biogen.

Biogen investeert veel geld in onderzoek naar nieuwe medicijnen: in 2019 en 2020 samen ruim 4 miljard dollar. Om dat in perspectief te plaatsen: daarmee had de volledige aanleg van de Noord-Zuidlijn ruimschoots gefinancierd kunnen worden.

Soms resulteert dit in teleurstellingen. Zo werd in 2020 na twaalf jaar de ontwikkeling van opicinumab (MS) gestaakt. Zoals u kunt lezen in het onderdeel ALS, resulteerden de onderzoeken naar dexpramipexol ook in een teleurstelling. En in 2018 moesten we daclizumab van de markt halen vanwege onvoorziene bijwerkingen – ondanks het grootste onderzoekprogramma ooit uitgevoerd bij MS.

Maar als we succesvol zijn, heeft dat grote invloed op de behandeling van neurologische ziektes. Mede door Biogen is de behandeling van Multiple Sclerose (MS) in de afgelopen 25 jaar volledig veranderd. Ook ontwikkelden we als eerste een medicijn tegen spinale musculaire atrofie (SMA). En de komende jaren hopen we ook bij andere neurologische ziektes voor zulke doorbraken te zorgen.

Toediening

Een van de grootste uitdagingen bij de ontwikkeling van medicijnen tegen neurologische ziektes is de toediening: de bloed-hersenbarrière (BBB) houdt de meeste medicijnen tegen.

Veel medicijnen bereiken de hersenen dus niet eens – laat staan dat ze een therapeutisch effect hebben. Om de kans op succes te vergroten, ontwikkelt Biogen daarom verschillende toedieningsvormen.

Het bekendst zijn de ‘small molecules’: synthetisch geproduceerde pillen. Daarnaast ontwikkelen we biologische medicijnen, gemaakt van levend celmateriaal. Beide toedieningsvormen kennen belangrijke voordelen, maar helaas kan de BBB ook 95 procent van deze medicijnen tegenhouden.

Biogen ontwikkelt daarbij steeds meer gentherapieën. Ook voor deze middelen kan het echter lastig zijn om de BBB te passeren, zoals wordt uitgelegd in dit artikel van Frontiers in Aging Neuroscience.

Een belangrijk onderdeel van ons onderzoek is dus het ontwikkelen van technieken om small molecules, antilichamen en gentherapieën effectiever langs de BBB te krijgen. Hoewel zulk onderzoek zelden de voorpagina’s haalt, is het cruciaal voor succes.

Sinds enkele jaren investeert Biogen ook volop in antisense nucleotides (ASO’s). Deze medicijnen herstellen fouten die worden gemaakt wanneer genetische code’s worden vertaald in eiwitten. Daarmee kunnen ze dus ook vaak de oorzaak van de ziekte aanpakken.

Deze geneesmiddelen hebben nog een ander voordeel: ze worden rechtstreeks in het centrale zenuwstelsel ingebracht middels een ruggenprik. Daardoor zijn ze gelijk op de plaats van bestemming en vormt de BBB geen belemmering.

Biogen-140734